Belastingadvies

De Hoge Raad: belangrijke uitspraak box 3

Woensdag 12 juni 2024

Cover voor De Hoge Raad: belangrijke uitspraak box 3

De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 een belangrijke uitspraak gedaan die voor jou relevant kan zijn. De uitspraak stelt vast dat de Wet rechtsherstel box 3 (Herstelwet) ook discriminerend is, net als het eerdere stelsel. Dit betekent dat ook deze wet niet voldoet aan de eisen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Wat houdt de Herstelwet in?

De Herstelwet (voor belastingjaren 2017-2022), ingevoerd na het beroemde Kerstarrest, probeerde de belastingheffing in box 3 eerlijker te maken door het vermogen te verdelen in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Elke categorie kreeg een eigen percentage voor het forfaitaire rendement. Helaas bleek dit systeem vooral belastingplichtigen met risicomijdende beleggingen te bevoordelen, terwijl degenen met andere soorten bezittingen ongelijk werden behandeld.

Waarom is de Herstelwet problematisch?

De Hoge Raad constateert dat voor belastingplichtigen met overige bezittingen in box 3 een ongelijke behandeling optreedt. Dit komt doordat het forfaitaire rendement op deze bezittingen nog steeds gebaseerd is op gemiddelde rendementen. En die worden niet altijd door individuele beleggers behaald. Hierdoor ontstaat een ongerechtvaardigde ongelijkheid.

Wat betekent dit voor de Overbruggingswet box 3?

De op 1 januari 2023 ingevoerde Overbruggingswet box 3, die de Herstelwet opvolgt, vertoont dezelfde problemen. Ook deze wet houdt onvoldoende rekening met het werkelijke rendement van beleggers, wat opnieuw leidt tot discriminatie.

Hoe wordt het werkelijke rendement vastgesteld?

De Hoge Raad heeft richtlijnen opgesteld voor de vaststelling van het werkelijke rendement:

  • Het rendement moet over het gehele vermogen in box 3 worden berekend. Dus met inbegrip van bank- en spaartegoeden.
  • Het heffingsvrije vermogen buiten beschouwing blijft.
  • Er wordt rekening gehouden met het werkelijke rendement op alle vermogensbestanddelen in box 3. Niet alleen op 1 januari, maar op het hele jaar.
  • Er wordt geen rekening gehouden met inflatie.
  • Ongerealiseerde waardestijgingen tellen mee, maar er is geen verliesverrekening mogelijk over de jaargrens.
  • Kosten worden niet meegeteld, behalve renten op schulden.

De bewijslast voor een werkelijk rendement dat lager is dan het forfaitair bepaalde rendement rust op de belastingplichtige.

Wat kun je doen?

Het is mogelijk dat de werkelijke rendement ongunstig voor je kan uitvallen. Binnen ons team kijken we graag met je mee.

Het is raadzaam om bezwaar te blijven maken tegen opgelegde aanslagen in box 3. Er is nog veel onduidelijkheid over de toepassing van de uitspraak van de Hoge Raad. Het Ministerie van Financiën heeft aangegeven acht weken nodig te hebben om de uitspraak te bestuderen en nieuwe richtlijnen te ontwikkelen. Binnen Kreston Van Herwijnen houden we deze ontwikkelingen nauw in de gaten.

Wil je weten of de uitspraak gunstig voor jou uitpakt? Neem dan contact op met Désirée. Zij staat klaar om jou verder te helpen.